A. Koerten jr, de toenmalig secretaris van de vereniging. Het verscheen in de samenstelling 75 jaar Oranjevereniging Oegstgeest tijdens het jubileumjaar 1984.
Het Initiatief
Het initiatief tot de oprichting van de “Oranje-Vereeniging” werdgenomen door een aantal ingezetenen van Oegstgeest, die rond 30 april 1909 de Juliana-feesten hadden georganiseerd ter gelegenheid van de geboorte van H.K.H. Prinses Juliana.
Deze ingezetenen waren van gevoelen dat de toen bestaande “Wilhelmina-Vereeniging”, opgericht op 13 februari 1903 door eenige jongelui, op te bescheiden wijze feesten organiseerde op Koninginnedag. De oprichters van de “Oranje-Vereeniging” waren van mening dat niet alleen de verjaardag van H.M. de Koningin, maar dat alle feestdagen van ons Vorstenhuis gevierd dienden te worden.
De oprichtingsvergaderingen
Het was dokter D.Timmermans, in die dagen met burgemeester J.G.M, van Griethuysen, dominee Ruys en pastoor Rooyens de notabelen van het dorp, die het initiatief nam tot bijeenroeping van een bijeenkomst ter oprichting van de “Oranje-Vereeniging”. Deze bijeenkomst, waaraan werd deelgenomen door een tiental Oegstgeestenaren, werd eind mei 1909 gehouden in het “Witte Huis”.
Er zou tijdens die bespreking een Voorlopig Comité geformeerd zijn en er zou besloten zijn dat alle ingezetenen van Oegstgeest zouden worden uitgenodigd de oprichtingsvergadering bij te wonen, die werd bepaald op 14 juni 1909. Het voorlopig bestuur zou de organisatie van deze vergadering voor zijn rekening nemen.
Toen de initiatiefnemers, te weten de heren D.Timmermans (waarnemend voorzitter), G.Lubbe (waarnemend secretaris), J.C.Kruyt, G.F.Budde, C.Bakker, G.Boon, E.G.Broekstra, M.J.Spaargaren, Jhr.A.J.B.Six, N. van der Spek, J.Schuite-maker, en J.P.Linck, op 14 juni 1909 des avonds om acht uur in het koffiehuis van A.F. de Rooij te Oegstgeest bijeen kwamen, ontstond direct een conflict omdat de ingezetenen van Oegstgeest niet waren uitgenodigd zoals eerder was afgesproken. De heer G.Boon sprak hier zijn bevreemding over uit en toen hij daarin gesteund werd door de heren C.Bakker en J.Schuitemaker stelde hij de volgende motie voor:
“De vergadering noodigt het voorlopig Comité uit, alle inwoners van Oegstgeest op te roepen om met de leden der opgerichte vereeniging eene samenkomst te houden, daar als lid toe te treden en een vast bestuur te kiezen.”
Deze motie werd met algemene stemmen aangenomen. Toch werd tijdens deze vergadering op 14 juni 1909 in feite de “Oranje-Vereeniging” opgericht.
De vergadering, die overigens werd bijgewoond door de voorzitter van de “Wilhelmina-Vereeniging”, de heer O.J. van Griethuysen, besloot het doel van de vereniging als volgt te formuleren: “de leiding van feesten betrekking hebbende op het Oranjehuis.”
Voorts werd bepaald dat het verenigingsjaar “loopt van 1 Juni tot 31 Mei en wordt geacht te zijn ingegaan en de
vereeniging te zijn opgericht den 1sten Juni 1909”. De contributie werd vastgesteld voor “leden-donateurs eene jaarlijksche contributie van ƒ 2,50 en hooger, voor gewone leden ƒ 1,- en ƒ 0,25”.
Vervolgens werd besloten dat “de Oranje-Vereeniging de eigendommen van de vorige Juliana-vereeniging overneemt tot een bedrag van ƒ 45,-” (Met de vorige Juliana-vereeniging werd bedoeld het comité dat de feestelijkheden georganiseerd had ter gelegenheid van de geboorte van prinses Juliana).{mospagebreak}Ten aanzien van het programma voor de feesten werd bepaald dat jaarlijks een kinderfeest ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin georganiseerd zou worden. Volgens de waarnemend voorzitter, de heer D. Timmermans, was dit ook “de wensch van onzen geachten
Burgemeester, en één van de voorwaarden waarop deze genegen was het Eerevoorzitterschap der Vereeniging te willen aanvaarden”.
Ook gaf de waarnemend voorzitter in verband hiermede in overweging om een paar leden der “Wilhelmina-Vereeniging” in de te benoemen Commissie van Bijstand en Uitvoering op te nemen, “daar genoemde vereeniging steeds op eene zoo uitnemende wijze de jaarlijksche kinderfeesten heeft geregeld”.
Door de heer E.G. Broekstra werd verzocht “eene bepaling in het vast te stellen Reglement op te nemen om geen kermis-vermakelijkheden toe te laten of aan de feesten te verbinden, hetgeen door de overige Heeren werd goedgevonden”.
Met betrekking tot de vervolgactiviteiten werd overeengekomen dat de
initiatiefnemers nieuwe leden zouden werven en daarvan opgaaf zouden
doen aan de waarnemend secretaris voor 1 juli.
In de eerste week van
juli 1909 zou een algemene vergadering worden gehouden teneinde een
vast bestuur te kiezen. Voor deze vergadering zouden ingevolge de
aangenomen motie alle inwoners van Oegstgeest uitgenodigd moeten
worden. De heer Timmermans sloot de vergadering met het verzoek aan de
heer van Griethuysen het besprokene en de besluiten van deze
vergadering aan zijn bestuur te willen mededelen.
Het besluit genomen tijdens de oprichtingsvergadering van 14 juni 1909
om in de eerste week van juli een algemene vergadering te houden werd
niet uitgevoerd. Deze vergadering vond eerst plaats op woensdag 6
october 1909, waarvoor alle inwoners van Oegstgeest werden uitgenodigd.
De tekst van deze uitnodiging luidde alsvolgt:
“L.S.
De ondergetekenden, leden der opgerichte Oranje-Vereeniging noodigen
alle inwoners van Oegstgeest uit, op woensdag 6 October, ‘s namiddags 7
uur, eene vergadering bij te wonen in de Remise van het Witte Huis.
In deze vergadering zal gelegenheid zijn zich als Lid-Donateur of als
Lid op te geven, en daarna deel te nemen aan de verkiezing van een
Dagelijksch Bestuur en eene Commissie van regeling en uitvoering.
Het lidmaatschap bedraagt ƒ 1,- of ƒ 0,25.
Leden-Donateurs betalen ƒ 2,50 of hoger.
De uitnodiging was ondertekend door de 12 initiatiefnemers, die
hadden deelgenomen aan de vergadering van 14 juni 1909.
{mospagebreak}Uit de notulen van de vergadering gehouden op 6 october
1909 blijkt dat
interne moeilijkheden de oorzaak waren van het uitstel van deze
vergadering.
Waarnemend voorzitter Timmermans erkent n. l., nadat hij een
uiteenzetting heeft gegeven over de doelstelling van de vereniging en
nadat alle 43 aanwezigen zich hebben opgegeven als lid, dat “deze
vergadering later is gehouden dan oorspronkelijk was besloten, doch
hiervoor bestonden redenen, welke hij maar liever niet zou memoreren”.
Hij vervolgde: “doch vermeende dat door dit uitstel niets was verzuimd,
daar toch reeds besloten was op 31 Augustus de verjaardag van H.M.
Wilhelmina, geen feest te vieren aangezien het Julianafeest pas was
gehouden”.
Dat de problemen ernstig waren blijkt uit het feit dat de
waarnemend voorzitter voor het tot best uursverkiezingen komt zegt “dat
het voorlopige bestuur en bloc besloten heeft een eventuele benoeming
niet aan te zullen nemen en verzocht derhalve om geen stemmen op hun
uit te brengen”.
De heer J. Schuitemaker sprak hierover zijn bevreemding uit en
probeerde het voorlopige bestuur op dit besluit te doen terugkomen. De
waarnemend voorzitter zei echter dat het besluit ernstig was, het
waarnemend bestuur was alleen bereid deze vergadering nog te leiden.
Op voorstel van de heer H. v.d.Meij werd eerst gestemd over het aantal
te kiezen bestuursleden. Dit werd bepaald op 5. De voorzitter zou
rechtstreeks door de leden gekozen worden, de overige functies zouden
onderling worden verdeeld door de bestuursleden. Toen vervolgens gestemd werd bleek na het tellen van de stemmen dat
geen van de aanwezigen “de volstrekte meerderheid had verkregen”, zodat
tot een tweede stemming moest worden overgegaan.
In de tweede ronde werd de heer C. Bakker met volstrekte meerderheid
der stemmen gekozen, maar op een desbetreffende vraag van de waarnemend
voorzitter weigerde de heer Bakker zijn benoeming aan te nemen.
Vervolgens werd overgegaan tot de verkiezing van een voorzitter.
Hierbij kregen de heren Bijleveld en G. Lubbe het zelfde aantal
stemmen. De heer Lubbe wenste echter niet in aanmerking te komen, zodat
de heer Bijleveld werd gekozen als voorzitter. Aangezien de heer
Bijleveld de vergadering inmiddels al verlaten had werd besloten hem
achteraf te informeren.
“Hierna zou tot eene herstemming van vier bestuursleden worden
overgegaan doch de een voor en den ander na stelden zich niet
beschikbaar, zoodat men tot op geen goed einde kon komen. Ook vele
leden hadden zich reeds verwijderd en waren vertrokken.
Eindelijk nam Dr. Timmermans het woord en zeide dat, nu de zaak zoo was
gelopen het voorlopige bestuur nog wel zooveel sympathie voor deze
vereeniging heeft om voorlopig nog aan te blijven en zich ter wille van
de goede zaak nog beschikbaar wil stellen om de Statuten en een
Reglement voor de vereniging te ontwerpen, om die in eene binnen korten
tijd te houden vergadering vast te stellen, alsdan zal ook een
definitief bestuur worden gekozen”.
Uit de presentielijst van de vergadering van 6 october blijkt dat
namens de “Wilhelmina-Vereeniging” aanwezig waren de bestuursleden O.J.
van Griethuysen en H.J. Juffermans, die zich ook opgaven als lid van de
“Oranje-Vereeniging”.{mospagebreak}Koninklijke Goedkeuring der Statuten
Kort na de vergadering van 6 october heeft een commissie, bestaande uit
de leden D. Timmermans, A.I.B. Six, J.C. Kruyt, G. Schlatmann en G.
Lubbe, de statuten opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de
leden, die daartoe op 27 october 1909 in een algemene vergadering
bijeen waren gekomen. De 23 leden, die deze vergadering gehouden in de
Remise van “Het Witte Huis” bezochten, gingen accoord met het ontwerp
van de commissie. Vervolgens werden de opgestelde statuten ter goedkeuring toegezonden aan H.M. de Koningin.
Op 8 augustus1910 werd van het Ministerie van Justitie een brief ontvangen
waarin enkele wijzigingen c.q. aanvullingen werden voorgesteld. Met
deze wijzigingen ging het bestuur accoord en op 18 augustus 1910 werd
van het Ministerie van Justitie bericht ontvangen dat bij Koninklijk
Besluit nr. 32 van 13 augustus 1910 de statuten van de
Oranje-Vereeniging waren goedgekeurd en de vereniging mitsdien was
erkend.
De statuten en het inmiddels ontworpen huishoudelijk reglement werden
gedrukt ( 500 exemplaren ) en verspreid onder de leden. Kosten ƒ 0,10.
{mospagebreak}Burgemeester van Griethuysen accepteert Eerevoorzitterschap
Tijdens een bestuursvergadering gehouden op 3 juni 1910 werd besloten
dat onder overlegging van afschriften der statuten en van het
huishoudelijk reglement aan de burgemeester verzocht zou worden het
Eerevoorzitterschap der Vereeniging te aanvaarden.
Op 12 juni 1910 deelde burgemeester van Griethuysen schriftelijk aan
het bestuur der Oranje-Vereeniging te Oegstgeest mede dat hij “gaarne
het eere-voorzitterschap der Oranje-Vereeniging zal aanvaarden nu mij
uit het afschrift der Statuten is gebleken dat de viering van den
Verjaardag van H.M. de Koningin zal geschieden door een Kinderfeest –
een kinderfeest, naar ik vertrouw, zooals wij dit de laatste
jaren onder leiding der Wilhelminavereeniging gewend waren ende
sympathie had der ingezetenen”.
Overname/Liquidatie van de Wilhelmina-Vereeniging
Tijdens een bestuursvergadering van de Oranje-Vereeniging, gehouden op
29 juni 1910, deelde de secretaris mede dat de heer de Rooy jr. hem
heeft kennisgegeven dat de voormalige Wilhelmina-Vereeniging is
ontbonden. Kort daarop ontving de secretaris een schrijven van het
bestuur van de Wilhelmina-Vereeniging, ondertekend door de voorzitter
van Griethuysen en gedateerd 9 juli 1910, waarin het volgende wordt
gesteld:
“In de vergadering door onze vereeniging zaterdag 25 Juni j.l. gehouden
is besloten, in verband met het door U oprichten der
Oranje-Vereeniging, tot ontbinding der Wilhelmina-Vereeniging over te
gaan.
Tevens melden wij U dat werd besloten, het batig saldo ad f 30,-
(dertig gulden) benevens de goederen ( bestaande uit vlaggendoek enz)
onzer vereeniging aan de O.V. over te doen.
Vertrouwende dat U met een en ander genoegen zult nemen
verblijven wij,
hoogachtend.”
Op 12 juli 1910 schreef het bestuur van de Oranje-Vereeniging de
volgende dankbetuiging aan hét bestuur van de Wilhelmina-Vereeniging:
“In antwoord op Uw schrijven d,d. 9 Juli j.l.heeft het Bestuur der
Oranje-Vereeniging de eer U mede te delen dat Uw aanbod door de
Vereeniging met dankbaarheid zal worden aanvaard. Beleefd verzoeken wij
U, ter zijner tijd, te mogen vernemen op welke wijze het door U
toegezegde door of namens ons Bestuur kan worden overgenomen.”{mospagebreak} Kort daarop zond het bestuur van de Wilhelmina-Vereeniging aan de
inwoners van Oegstgeest het volgende – op oranjepapier gedrukt –
schrijven waarin de opheffing van de vereeniging werd bekend gemaakt:
“L.S.
Den 13 den Februari 1903 werd door eenige jongelui uit deze gemeente
opgericht de Wilhelmina-Vereeniging waarschijnlijk bij U wel bekend.
Het doel dezer vereeniging was, het geven van kinderfeesten ter eere
van den verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina. Sedert kort werd door
eenige ingezetenen dezer gemeente overgegaan tot oprichting eener
Oranje-Vereeniging, die zich hetzelfde doel voorstelt, hoewel enigszins
uitgebreider. Hiermede namen deze personen dus stilzwijgend de taak der
Wilhelmina-Vereeniging over, waaruit laatstgenoemde heeft gemeend te
moeten begrijpen dat zij aan de wenschen, althans van een gedeelte der
ingezetenen, niet meer voldoet. Zij heeft dan ook in haar laatst
gehouden vergadering, met algemene stemmen besloten tot ontbinding der
vereeniging over te gaan en het geven van feesten geheel over te laten
aan de nieuwe vereeniging.
Niet dan met groot leedwezen is dit besluit genomen, doch de leden
waren allen overtuigd hiermede in het belang der gemeente te werken,
daar, huns inziens, Oegstgeest geen plaats is waar twee dergelijke
vereenigingen konden zamen gaan. Hierbij danken wij U nogmaals voor den
steun, de Wilhelmina-Vereniging zoovele jaren verleend en hopen dat U
de nieuwe vereeniging eveneens krachtig zult steunen door toe te treden
als lid opdat, door de verandering der vereeniging, het feest niet
minder, maar integendeel schitterender dan ooit te voren moge worden.
Namens de Wilhelmina-Vereeniging.
Het Bestuur.”
Dit bestuur bestond uit O.J. van Griethuysen (voorzitter), G.C. Ruijs
(secretaris), H.J. Juffermans (penningmeester), A. van der Hulst (1e
commissaris) en Joh. Kres (2e commissaris)