noteerde de notulist in het jaarverslag: ‘Wij wachten nu maar tot
Oegstgeest 1000 jaar bestaat’. Waarbij je over dat ‘wij’ kunt nadenken,
aangezien wij het niet zullen beleven. De jaren vijftig verlopen voor
wat het feestprogramma betreft traditioneel. In 1953, het jaar van de
watersnoodramp, vraagt men zich af of het ‘kies’ is Koninginnedag te
vieren. Het gaat echter gewoon door, inclusief de organisatie van een
kinderoptocht van de eerste vier klassen van het lager onderwijs.
In 1955 stond ‘10 jaar bevrijding’ in het middelpunt van de
belangstelling. De winkeliers organiseerden op 5 mei van dit jaar een
Vrijheidsbraderie in de Gevers-, Deutz- en De Kempenaerstraat. Er was
van 30 april tot en met 5 mei sprake van een overvol programma met een
Gelderse Boerenbruiloft, verzorgd door de Knupduukskes uit het
Overijsselse Vorden. Het jaar daarop begon de naoorlogse ‘babyboom’
zich af te tekenen. ‘De organisatie van de kinderfeesten wordt ieder
jaar ingewikkelder’, schreef de secretaris in zijn jaarverslag.
Opvallend was in 1956 het dalende aantal leden, wat aanleiding vormde
tot het streven meer leden te winnen. Tijdens de viering kwam dit jaar
het terrein van Endegeest in het vizier: daar werd de grootste
waterstofballon, de Jules Verne, opgelaten.
Bron: Oegstgeester Courant
De rest van deze serie leest u hier.